Bijbelverhalen

Ruth

Dit bericht hoort bij Ontdekkerk-editie: 

Lees het Bijbelboekje: Ruth 

Op https://debijbel.nl/bijbel/BGT/RUT.1/Ruth-1

 

Bijbelverhaal Jozef

Dit bericht hoort bij Ontdekkerk-editie: 

Het verhaal van Jozef zien en horen? Geniet mee van de filmpjes gemaakt door de Bijbel voor kids:

https://www.youtube.com/watch?v=iV8zzf1v0UU

 

https://www.youtube.com/watch?v=kV9MvcREBaU

 

https://www.youtube.com/watch?v=-G9vPinRHKc

        

https://www.youtube.com/watch?v=TqZ2bD5tr90

 

https://www.youtube.com/watch?v=M5yAA6kf9ZQ

 

https://www.youtube.com/watch?v=bPuy7UTZ7SQ

 

https://www.youtube.com/watch?v=ocd39OGGq1w        

 In genesis 37 tot genesis 46 kunt u de verhalen van Jozef nalezen.

Bijbelverhaal: Pinksteren

Dit bericht hoort bij Ontdekkerk-editie: 

Het Pinksterfeest:

Tien dagen nadat Jezus naar de hemel is gegaan, gebeurt er weer iets bijzonders: de Geest van God komt op aarde. Het is Pinksteren! De vrienden van Jezus raken in vuur en vlam, er verschijnen vlammen als van vuur op hun hoofden. Er is ook een geluid van een enorme stormwind te horen. Ze vertellen iedereen die het maar horen wil dat God  van mensen houdt. Alle mensen die luisteren, horen de boodschap in hun eigen taal.

De Heilige Geest helpt de mensen om te geloven in God. Hij helpt ze ook om steeds meer te gaan leven zoals God het heeft bedoeld. Ook geeft Hij hen kracht om de opdracht van Jezus uit te voeren. Ze mogen alle mensen gaan vertellen van het goede nieuws!

Pinksteren wordt ook wel de geboorte van de kerk genoemd. 

De Bijbel over de Heilige Geest:

- Handelingen 2:1-4
“Toen het Joodse Pinksterfeest begon, waren alle gelovigen bij elkaar in een huis. Opeens kwam er uit de hemel een vreemd geluid. Het klonk alsof het hard begon te waaien. Het was overal in huis te horen. Ook zagen de gelovigen iets dat op vuur leek. Dat vuur verdeelde zich in vlammen, en op iedereen kwam een vlam neer. Zo kwam de Heilige Geest in alle gelovigen. Daardoor begonnen ze te spreken in vreemde talen.”

- Johannes 3:8
Jezus zei: "Denk aan de wind: die waait waarheen hij wil. Je hoort hem, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij naartoe gaat. Zo is het ook met de Geest: je weet niet waar hij vandaan komt en hoe hij werkt. Want hij hoort bij de hemelse wereld. En iedereen die door de Geest geboren wordt, hoort ook bij de hemelse wereld."

- Johannes 7:37-39
“Op de laatste, belangrijkste dag van het Loofhuttenfeest was Jezus in de tempel. Hij riep tegen de mensen: ‘Als je dorst hebt, kom dan bij mij om te drinken! Want dit zeggen de heilige boeken over mensen die in mij geloven: ‘Ze zullen altijd vol van levend water zijn.’ Met dat levende water bedoelde Jezus de Heilige Geest. Want iedereen die in Jezus gelooft, zou de Heilige Geest in zich krijgen. Maar op dat moment was de heilige Geest nog niet gekomen. Want Jezus was nog niet naar de hemel gegaan."

filmpje over pinksteren: https://www.youtube.com/watch?v=RWDvyUkssPw

Lied: Wat is het Pinksterfeest?  https://www.youtube.com/watch?v=mFaLj7x_diU

Bijbelverhaal: David en Goliat

Dit bericht hoort bij Ontdekkerk-editie: 

David vecht tegen Goliat
Een nieuwe oorlog

171De Filistijnen wilden weer een ​oorlog​ beginnen tegen Israël. Ze kwamen bij elkaar in Socho, in het gebied Juda. Ze maakten een kamp tussen de steden Socho en Azeka, bij de plaats Efes-Dammim.

2Saul​ verzamelde het ​leger​ van Israël en maakte een kamp in het Eikendal. Daar stelden de Israëlieten zich tegenover de Filistijnen op. 3De Filistijnen stonden op de ene berg, en de Israëlieten op de andere berg. Het dal lag tussen hen in.

Er komt een sterke soldaat naar voren

4Toen kwam er uit het kamp van de Filistijnen een sterke ​soldaat​ naar voren. Zijn naam was Goliat en hij kwam uit de stad ​Gat. Hij was bijna 3 meter lang. 5Hij had een ​bronzen​ ​helm​ op zijn hoofd, en hij had een ​harnas​ aan dat meer dan 50 kilo woog. 6Om zijn benen had hij ​bronzen​ beschermplaten, en op zijn rug hing een ​bronzen​ ​zwaard. 7Zijn ​speer​ was zo dik als een paal, en de punt van de ​speer​ was gemaakt van 6 kilo ijzer. Een knecht droeg het ​schild​ van Goliat en liep voor hem uit.

Goliat wil vechten

8Goliat ging in het dal staan en riep naar de Israëlieten: ‘Waarom zijn jullie eigenlijk hierheen gekomen? Om te vechten? Ik ben een Filistijn, niemand is de baas over mij. Maar jullie zijn ​slaven​ van ​Saul. Kies één van jullie ​soldaten​ uit en laat hem naar mij toe komen. 9Als hij mij verslaat, dan zullen wij jullie ​slaven​ worden. Maar als ik hem versla, dan zullen jullie onze ​slaven​ worden. Dan moeten jullie voor ons werken. 10Stuur een ​soldaat, dan kunnen we tegen elkaar vechten.’

11Saul​ en alle Israëlieten hoorden wat Goliat zei. Ze schrokken en waren doodsbang.

David wil tegen Goliat vechten

32David​ zei tegen ​Saul: ‘U moet niet bang zijn voor die Filistijn. Ik zal tegen die man gaan vechten.’ 33Maar ​Saul​ zei: ‘Jij kunt helemaal niet tegen die Filistijn vechten. Jij bent nog maar een jongen en hij is een man. Hij vecht al vanaf zijn jeugd.’

34Toen zei ​David: ‘Ik pas vaak op de schapen en ​geiten​ van mijn vader. Soms komt er een leeuw of een beer die een schaap grijpt. 35Dan ga ik erachteraan en sla dat wilde dier neer. En ik red het schaap uit zijn bek. En als het wilde dier tegen mij op springt, grijp ik het bij zijn keel en dood ik het.

36Ik heb dus leeuwen en beren verslagen. En met die ongelovige Filistijn zal het net zo gaan. Want hij denkt dat het ​leger​ van de levende God niets waard is. 37De Heer heeft mij al vaak geholpen als ik aangevallen werd door leeuwen en beren. Hij zal mij nu ook helpen als ik vecht tegen die Filistijn.’

Toen zei ​Saul​ tegen ​David: ‘Ga dan maar. De Heer zal je helpen.’

David is niet gewend aan een harnas

38Saul​ wilde dat ​David​ een ​helm​ zou opzetten en een ​harnas​ zou aantrekken. Hij gaf hem daarom zijn eigen ​bronzen​ ​helm​ en zijn eigen ​harnas. 39David​ maakte het zwaard van ​Saul​ vast aan zijn riem. Hij probeerde een stukje te lopen. Maar dat lukte niet, omdat hij niet gewend was om in een ​harnas​ te lopen. Daarom zei hij tegen ​Saul: ‘Ik kan hier niet in lopen. Dat ben ik niet gewend.’ En hij trok het ​harnas​ van ​Saul​ weer uit.

40Toen pakte ​David​ zijn stok. Daarna zocht hij in een kleine rivier vijf gladde stenen voor zijn slingerwapen. Die stopte hij in zijn tas. En terwijl hij naar Goliat liep, hield hij zijn wapen in zijn hand.

David vertrouwt op de Heer

41Ook Goliat kwam steeds dichterbij. Voor hem liep een knecht met zijn ​schild. 42Toen zag Goliat dat ​David​ een knappe jongen was met rood haar. En omdat ​David​ nog heel jong was, begon Goliat hem belachelijk te maken. 43Hij zei: ‘Ben ik soms een ​hond? Kom je daarom naar mij toe met een stok? Mijn ​goden​ zullen ervoor zorgen dat het slecht met je afloopt. 44Kom maar hier, als je durft. Dan voer ik je aan de vogels en de wilde dieren.’

45Maar ​David​ zei: ‘Jij vertrouwt op je wapens. Maar ik vertrouw op de machtige Heer, de God die het ​leger​ van Israël helpt. Jij denkt dat die God niets waard is. 46Maar vandaag zal de Heer ervoor zorgen dat ik jou versla. Ik zal je hoofd afhakken, en ik zal de andere Filistijnen voeren aan de vogels en de wilde dieren. Dan zal de hele wereld weten dat Israël een God heeft. 47Dan zal iedereen weten dat de Heer iemand zonder wapens kan laten winnen. Want de Heer beslist wie de strijd zal winnen, en hij zal mij helpen.’

David verslaat Goliat

48Goliat wilde ​David​ aanvallen, en hij kwam steeds dichterbij. ​David​ rende naar Goliat toe 49en pakte een steen uit zijn tas. Hij deed die in zijn slingerwapen en gooide hem naar Goliat. De steen raakte het voorhoofd van Goliat zo hard, dat hij voorover viel. 50Zo won ​David​ de strijd met een slingerwapen en een steen. Hij versloeg Goliat en doodde hem, ook al had hij niet eens een zwaard.

51David​ rende naar Goliat toe. Toen hij bij hem stond, pakte hij het zwaard van Goliat. Daarmee hakte hij het hoofd van Goliat af. Toen de Filistijnen zagen dat hun held dood was, vluchtten ze weg.

52Maar toen kwamen de ​soldaten​ van Israël en Juda. Zij begonnen te schreeuwen en ze achtervolgden de Filistijnen. Ze achtervolgden hen tot aan de stad ​Gat​ en tot aan de ​poorten​ van Ekron. Overal lagen dode Filistijnen, vanaf Saäraïm tot aan ​Gat​ en Ekron. 53Na de achtervolging gingen de Israëlieten terug. Ze gingen naar het legerkamp van de Filistijnen en roofden het helemaal leeg.

Bijbelverhaal "de schepping"

Dit bericht hoort bij Ontdekkerk-editie: 

Genesis 1: De schepping

Het begin

1. In het begin maakte God de hemel en de aarde. 2 De aarde was leeg en verlaten. Overal was water, en alles was donker. En er waaide een hevige wind over het water.

De eerste dag  3 Toen zei God: ‘Er moet licht komen.’ En er kwam licht. 4 God zag hoe mooi het licht was. Hij scheidde het licht en het donker. 5 Het licht noemde hij ‘dag’ en het donker noemde hij ‘nacht’. Toen werd het avond en het werd ochtend. Dat was de eerste dag.

De tweede dag   6 God zei: ‘Er moet in het midden van het water een koepel komen om het water te verdelen.’ 7 En zo gebeurde het. God maakte de koepel. Zo verdeelde hij het water in tweeën: water boven de koepel en water onder de koepel. 8Die koepel noemde God ‘hemel’.Toen werd het avond en het werd ochtend. Dat was de tweede dag.

De derde dag 9 God zei: ‘Het water onder de hemel moet naar één plaats stromen. Dan komt er droge grond tevoorschijn.’ En zo gebeurde het. 10 God noemde de droge grond ‘land’, en het water noemde hij ‘zee’. En God zag hoe mooi het was .11 God zei: ‘Er moet van alles groeien op het land. Planten met zaad en bomen met vruchten.’ En zo gebeurde het. 12 Op het land kwamen allerlei planten met zaad en allerlei bomen met vruchten. En God zag hoe mooi het was. 13 Toen werd het avond en het werd ochtend. Dat was de derde dag.

De vierde dag 14 God zei: ‘Er moeten lichten aan de hemel komen om verschil te maken tussen de dag en de nacht. Die lichten moeten laten zien welk seizoen het is, en welke dag en welk jaar. 15 En ze moeten licht geven op aarde.’ En zo gebeurde het. 16 God maakte de twee grote lichten. De zon om overdag te schijnen, en de maan om ’s nachts te schijnen. God maakte ook de sterren. 17 Hij zette de zon en de maan aan de hemel om licht te geven op de aarde. 18 En om het verschil aan te geven tussen dag en nacht, en tussen licht en donker. God zag hoe mooi het was. 19 Toen werd het avond en het werd ochtend. Dat was de vierde dag.

De vijfde dag 20 God zei: ‘Het water moet vol leven zijn, vol met allerlei dieren. En boven de aarde, in de lucht, moeten vogels vliegen.’ 21 God maakte de grote zeedieren en alle kleine waterdieren. Het water was vol dieren. Hij maakte ook alle soorten vogels. En God zag hoe mooi het was. 22 God zegende de dieren. Hij zei: ‘Jullie moeten jongen krijgen. Overal in de zee moeten dieren komen, en overal op aarde vogels.’23 Toen werd het avond en het werd ochtend. Dat was de vijfde dag.

De zesde dag 24 God zei: ‘Ook op het land moeten allerlei dieren komen: wilde en tamme dieren, en heel kleine dieren.’ En zo gebeurde het. 25 God maakte de dieren, alle wilde en tamme dieren en alle kleine dieren. En God zag hoe mooi het was. 26 God zei: ‘Nu wil ik mensen maken. Ze moeten op mij lijken. Ze zullen de baas zijn over de vissen in de zee en de vogels in de lucht. En ook over het vee, over alle kleine dieren en over de hele aarde.’ 27 Toen maakte God de mensen. Hij maakte ze zo dat ze op hem leken. Hij maakte ze als man en als vrouw .28 God zegende de mensen. Hij zei: ‘Jullie moeten kinderen​ krijgen. Zorg ervoor dat er overal op aarde mensen komen. Jullie moeten de baas zijn over de aarde. En ook over de vissen in de zee, over de vogels in de lucht en over alle dieren op het land.’ 29 God zei ook: ‘Alle planten en bomen op aarde zijn voor jullie. Jullie mogen de zaden en de vruchten eten. 3 0De bladeren en het gras zijn voor de dieren.’ En zo gebeurde het. 31 God keek naar alles wat hij gemaakt had en zag dat het heel mooi was. Toen werd het avond en het werd ochtend. Dat was de zesde dag.

God rust op de zevende dag  21 Zo werden de hemel en de aarde gemaakt, en alle prachtige dingen die daarbij horen.

Genesis 2:

2 Op de zevende dag was God klaar met zijn werk. Toen rustte hij uit.3 God zegende de zevende dag. Hij maakte van die dag een bijzondere dag. Want op die dag was hij klaar met de schepping en rustte hij uit van al zijn werk. 4 Dat is het verhaal van de schepping van de hemel en de aarde. Zo zijn de hemel en de aarde ontstaan.

Bron: "Bijbel in gewone taal"

 

Bijbelverhaal "Water"

Dit bericht hoort bij Ontdekkerk-editie: 

In Markus 4: 35- 41 lees je het verhaal van Jezus en de storm op het meer. Dat bijbelverhaal hoort bij de Ontdekkerk met het thema "water". 

Jezus heeft macht over wind en water

35 ’s Avonds zei ​Jezus​ tegen zijn ​leerlingen: ‘Kom, we varen naar de overkant van het meer.’ 

36 Jezus​ zat al in de ​boot. Ze gingen weg, terwijl de mensen achterbleven bij het meer. Er gingen ook nog andere ​boten​ mee.

37 Toen begon het hard te stormen. De golven sloegen over de ​boot, en de ​boot​ liep vol water.

38 Jezus​ lag achter in de ​boot​ op een kussen te slapen. De ​leerlingen​ riepen: ‘Meester, word wakker! Doe toch iets, straks verdrinken we!’ 

39 Jezus​ werd wakker. Hij zei streng tegen de wind en het water: ‘Houd op! Wees stil!’ Het hield op met waaien, en het water werd helemaal rustig.

40 Jezus​ zei tegen de ​leerlingen: ‘Waarom waren jullie zo bang? Hebben jullie nog steeds geen geloof in mij?’

41 De ​leerlingen​ schrokken en waren diep onder de indruk. Ze zeiden tegen elkaar: ‘Zelfs de wind en het water doen wat hij zegt. Wie is deze man?’

(Dit verhaal komt uit de " Bijbel in gewone taal.")

Bijbelverhaal "Bouwen"

Dit bericht hoort bij Ontdekkerk-editie: 

Tijdens de Ontdekkerk van 25 februari staat het bijbelverhaal centraal van het huis op het zand en het huis op de rots. Het staat in Mattheus 7: 24- 27:

Doe wat Jezus vraagt

24. Luister naar mijn woorden en doe wat ik vraag. Dan lijk je op een verstandige man, die zijn huis bouwt op stevige grond. 

25.Op een dag gaat het hard regenen en waaien. De rivieren stromen over, en de wind en het water slaan tegen het huis. Maar het huis blijft staan, want het is stevig gebouwd.

26. Maar stel dat je wel naar mij luistert, maar niet doet wat ik vraag. Dan lijk je op een domme man, die zijn huis bouwt op zachte grond. 

27. Op een dag gaat het hard regenen en waaien. De rivieren stromen over, en de wind en het water slaan tegen het huis. Dat huis zakt in elkaar, er blijft niets van over.’

 

Bijbelverhaal "Vertrouwen"

Dit bericht hoort bij Ontdekkerk-editie: 

Op een Tip-Top-Thema-kaartje heeft iemand de suggestie geschreven om een keer een Klieder/ontdekkerk te houden rond het thema "Vertrouwen". Voor alle leeftijden is dit een zeer herkenbaar thema.

In de Bijbel zijn veel teksten te vinden over vertrouwen op God. Wij hebben gekozen om het bijbelgedeelte uit Mattheus 6 te gebruiken als leidraad bij de volgende klieder/ontdekkerk. Elke dag opnieuw vertrouwen op God, elke dag opnieuw vertrouwen dat Hij voor je zorgt en je geeft wat je nodig hebt.

Mattheus 6: 25 - 34

Maak je geen zorgen

25 Luister naar mijn woorden: Maak je geen zorgen over eten en drinken. Want je leven is veel belangrijker dan eten en drinken. En maak je geen zorgen over ​kleren. Want je lichaam is veel belangrijker dan ​kleren.
26 Kijk eens naar de vogels in de lucht. Ze werken niet op het land en ze bewaren geen graan in een schuur. Jullie Vader in de hemel geeft ze te eten. En jullie zijn voor hem veel belangrijker dan de vogels. 27 Maak je dus geen zorgen. Dat heeft geen zin, je blijft er geen dag langer door leven.
28-29 Maak je geen zorgen over kleding. Kijk eens naar de bloemen die groeien in het veld. Ze werken niet en ze maken geen kleren. Toch zijn ze prachtig. Ja, zelfs nog mooier dan koning Salomo in zijn mooiste kleren.
30 Het gras dat vandaag op het veld staat, wordt morgen gebruikt om een vuur te maken. En toch versiert God het gras met prachtige bloemen. Dan zal God zeker voor jullie zorgen! Waarom vertrouwen jullie dan niet op hem?
 31 Maak je dus geen zorgen. Zeg niet: ‘Hoe komen we aan eten?’ of: ‘Hoe komen we aan drinken?’ of: ‘Hoe komen we aan ​kleren?’ 32 Met die dingen houden de mensen zich bezig die God niet kennen. Je Vader in de hemel weet echt wel dat je al die dingen nodig hebt. 33 Houd je bezig met ​Gods nieuwe wereld​ en doe wat God van je vraagt. Dan zal God je al die andere dingen ook geven.
34 Maak je geen zorgen over morgen. Bewaar die zorgen maar voor morgen. Je hebt het al moeilijk genoeg met vandaag.

( Bijbel in gewone taal)

Bijbelverhaal " Muziek voor de Herder "

Dit bericht hoort bij Ontdekkerk-editie: 

   

 

    Bij de tweede Klieder/Ontdekkerk gaan we aan de slag met het thema " Muziek voor de Herder ". 

    Psalm 23 is de psalm die hierbij centraal staat. Hij is geschreven door David.

    David was zelf, een deel van zijn leven, ook een herder. Hij beschrijft hoe hij God ervaart.

 

 

Psalm 23

Een lied van David.

De Heer zorgt voor mij

1.  De Heer zorgt voor mij, zoals een herder voor zijn schapen zorgt. Hij geeft me alles wat ik nodig heb.

2-3 Hij leidt mij, zoals een herder zijn schapen leidt naar groen gras en fris water.

Bij de Heer ben ik veilig, hij geeft mij nieuwe kracht, zo goed is hij.

4 Ik ben niet bang, ook al is er gevaar, ook al is het donker om mij heen. Want u bent bij mij, Heer. U beschermt me, u geeft mij moed.

5 U nodigt mij uit in uw tempel. U zorgt goed voor mij. U geeft me te eten en te drinken, meer dan genoeg. En al mijn vijanden kunnen dat zien.

6 U geeft me geluk en liefde, altijd en overal. Ik zal bij u zijn in uw tempel, mijn hele leven lang

( Bijbel in gewone taal)

 

Bijbelverhaal "Vriendschap"

Dit bericht hoort bij Ontdekkerk-editie: 

Tijdens de eerste Kliederkerk gaan we aan de slag met het thema 'Vriendschap'. Het Bijbelverhaal wat hierbij centraal staat, gaat over 4 vrienden die hun zieke vriend bij Jezus brengen. Het hele verhaal kun je hieronder lezen. 

Lukas 5 : vier vrienden
17 Op een dag zaten er ook ​farizeeën​ en wetsleraren naar ​Jezus​ te luisteren. Ze waren overal vandaan gekomen, uit ieder dorp in Galilea en Judea, en ook uit Jeruzalem.
Jezus​ had van God de macht gekregen om mensen beter te maken.
18 Er kwamen een paar mannen aan met een draagbed. Daar lag een man op die niet kon lopen. De mannen wilden hem naar binnen brengen en vlak voor ​Jezus​ neerleggen.
19 Maar het was zo druk dat ze er niet langs konden. Daarom klommen ze op het dak. Ze haalden een paar tegels weg van het dak. En ze lieten de man op zijn ​bed​ naar beneden ​zakken, vlak voor ​Jezus.
20 ​Jezus​ zag dat die mensen in hem geloofden. Daarom zei hij tegen de man die niet kon lopen: ‘Ik ​vergeef​ je alles wat je verkeerd gedaan hebt.’
Jezus​ laat zijn macht zien
21 Toen de wetsleraren en de ​farizeeën​ dat hoorden, dachten ze: Wie denkt hij wel dat hij is! Hij beledigt God. Alleen God kan de ​zonden​ van mensen ​vergeven!
22 Maar ​Jezus​ wist wat ze dachten. Daarom zei hij tegen hen: ‘Het is anders dan jullie denken.
23 Het lijkt makkelijk om te zeggen: ‘Ik ​vergeef​ je alles wat je verkeerd gedaan hebt.’ Het lijkt veel moeilijker om te zeggen: ‘Sta op en ga lopen.’
24 Maar ik ben de ​Mensenzoon. God heeft mij de macht gegeven om ​zonden​ te ​vergeven. Dat zal ik jullie laten zien.’
Toen zei ​Jezus​ tegen de man die niet kon lopen: ‘Sta op, pak je ​bed​ op, en loop naar huis.’
25 Meteen stond de man op. Hij pakte zijn ​bed​ op en liep naar huis. En terwijl hij naar huis liep, dankte hij God.
Iedereen had gezien wat er gebeurd was.
26 De mensen waren diep onder de indruk. Ze dankten God en zeiden vol eerbied tegen elkaar: ‘Het is ongelofelijk wat wij vandaag meegemaakt hebben!’

(bron: Bijbel in Gewone Taal)

(beeld: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:National_Memorial_Arboretum,_Arm...)

Pagina's

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.